Ozobotles: 100 centimeter OZO-DASH

In deze les wordt een racecircuit ontworpen van minimaal 100 centimeter lang (met Ozocodes), dat de Ozobot zo snel mogelijk naar de finish brengt.

Doelen Ozobotles

- De leerlingen ontdekken dat je een lijn van 100 cm lang op verschillende manieren op papier kunt krijgen (ruimtelijk inzicht).

- De leerlingen krijgen inzicht in het gebruik van 100 cm en de verdeling daarvan met behulp van rechte hoeken (meetkunde).

- De leerlingen leren gebruik te maken van coderen t.b.v. Ozobots.

Lesomschrijving

Introductie

Deze lesactiviteit is bedoeld om in tweetallen of in groepjes uit te voeren. De leerlingen moeten bekend zijn met het metriek stelsel en met het programmeren van Ozobots via kleurcoderingen.

De leerlingen ontwerpen een racecircuit dat minstens 100 centimeter lang is. Het handigst is om dit op één groot wit vel papier te doen met behulp van een liniaal of ander meetinstrument. Leg de nadruk op het gebruik van de kleuren zwart (als hoofdkleur) en groen, rood en blauw. Het handigst is het als deze kleuren gebruikt worden via een viltstift die lijnen kan trekken van minimaal 5 mm dik. Dit racecircuit kan op 2 levels worden uitgevoerd.

Regels voor beide levels

Alle codes moeten volgens de instructie per level worden uitgevoerd; bij het niet goed tekenen van de code of bij het niet goed tekenen en daardoor ook niet goed uitvoeren van de code, begint de speler opnieuw aan het spel.

Kern level 1

Meet minimaal 100 cm af met behulp van een liniaal of ander meetinstrument. Houd de lijn recht; eventuele bochten moeten een rechte hoek hebben, zodat de lengte van het circuit exact gemeten kan worden.

Leerlingen moeten 5 Ozocodes gebruiken; de codes mogen overal geplaatst worden en kunnen snelheidscodes (speedcodes) zijn en/of coole moves. Alle codes mogen slechts één maal gebruikt worden!

Pas wanneer zij alle regels en afspraken hebben begrepen EN uitgevoerd, kunnen zij “racen” tegen een klasgenoot om te kijken wie het snelste circuit heeft gemaakt.

Kern level 2

Het circuit moet precies 100 cm zijn.

De leerlingen moeten minstens 10 Ozocodes gebruiken, waarvan er minstens 4 richtingcodes zijn (je mag ze herhalen) en minstens 4 snelheidscodes (speedcodes) welke NIET herhaald mogen worden.

Pas wanneer zij alle regels en afspraken hebben begrepen EN uitgevoerd, kunnen zij “racen” tegen een klasgenoot om te kijken wie het snelste circuit heeft gemaakt.